Log in

Tussen hart en hersenen

portret van Johnportret van Elise
John aan Elise
3/6
Amsterdam, 15 mei 2020

Ha Elise,

 Ik ben even het bed uit gestrompeld om de thuisbezorgde medicatie in ontvangst te nemen voor de jichtaanval in mijn linkerenkel en rechterknie die gisteren begon. En nu ik eenmaal sta en nou zit, neem ik de gelegenheid te baat je te schrijven.

Zoals ik al aangaf, associeer vrij, alsjeblieft, en voor mij zelfs bij voorkeur. Dat draagt bij aan je authenticiteit.

Opmerkelijk dat je begint met werk en de daarmee gepaard gaande status. En over de strijd tussen hart en hersenen. En over geen ‘nee’ kunnen zeggen. Daar ben ik ook mee bezig; daar kom ik later op terug.

 ‘Elise, de vrouw die van zichzelf is’. Vandaag heb ik een aantal boeken besteld van de net overleden Mischa de Vreede. Het boek van haar dat ik niet besteld heb, is getiteld ‘Eindelijk mezelf’. Toevallig hè. Je kent de sketch van Herman Finkers over toeval? Als ik eraan denk, plooit zich als vanzelf een glimlach, ook omdat ik hem sympathiek vind.

Anders dan in de reclame erover wordt gesteld, kent het immuunsysteem bij vrouwen een inherente zwakte omdat vrouwen immers het opgroeiende ‘vreemde’ kind in zich immunologisch moeten tolereren.

Ik begrijp waarom Marilien (haar moeder is je vriendin, noteerde ik) ons koppelde gezien al wat je schreef over jezelf en je familie. Het boek van Sharon Moalem heb ik besteld, en meer. Ook zijn (ik had verwacht ‘haar’) boek ‘Het sterke geslacht’, want anders dan in de reclame erover wordt gesteld, kent het immuunsysteem bij vrouwen een inherente zwakte omdat vrouwen immers het opgroeiende ‘vreemde’ kind in zich immunologisch moeten tolereren. Auto-immuunziekten komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Maar dat vrouwen ‘het sterke geslacht’ zijn, dat vind ik weer wel maar dan meer karakterologisch. Ik heb in mijn werk veel met vrouwen te maken gehad, o.a. omdat ik in abortusklinieken heb gewerkt. Op dat spreekuur ging ’t meer om het gesprek (en vaak een serie gesprekken), dan om de behandeling zelve.

 Het Gouden Boekje ‘Meneer de hond’ heb ik op internet gevonden.

Mijn vrouw is in september 2017 overleden. Vanaf 2010 was ik haar mantelzorger en gelukkig kon ik toen van huis werken als arts-onderzoeker. In 2017 werd zij tenslotte opgenomen in een verpleeghuis vanwege haar dementie met psychose; de laatste maanden hebben ik en later ook de drie kinderen bij haar op kamer geslapen. De verzorging in het verpleeghuis was uitstekend en ik ben daarom vrijwilliger en voorzitter cliëntenraad geworden op deze locatie.

Van jongs af aan doe ik denkoefeningen.

 Ik ben alleenwonend, op de zestiende verdieping van een gebouw in Amsterdam West. Mooi is van hieruit de zonsondergang te zien boven de duinen van Zandvoort. Ik ben evenwel niet eenzaam. Van jongs-af-aan doe ik denkoefeningen en één ervan is hoe ik mij zou voelen als ik in mijn doodskist lig, zoveel meter onder de grond, en ik word wakker. Ik zou niet in paniek raken maar in mijn denkoefening merk ik wel een verschil of je alleen bent of als er een ander levend wezen naast je ligt (wel een aaibaar dier, als ’t een dier is).

 Ik heb regelmatig boeken gelezen over het leven in concentratiekampen, als model voor een onzeker leven in de schaduw van de dood, of anders gezegd voor de overlevingsdrang van mensen. Mensen zonder toekomst, maar het instinct tot leven blijft intact. Wat de toekomst betreft, mijn toekomst: ik ga ervan uit dat ik nog vier jaar leef. Dan ben ik 74 en mijn leven is dan wel voltooid. Mijn vader was 62 bij zijn overlijden in 1977. Hij had dezelfde aandoeningen als ik en, afgezien van onze genen, toont dat de vooruitgang van de medische mogelijkheden sindsdien. Mijn moeder is 86 geworden.

Zo, ik ga nu even naar bed. Het weekend is helaas druk vanwege de opgelopen achterstand. En waarom ik ’t mij zo druk maak als 70-jarige, dat vertel ik je in mijn volgende brief.

Hartelijks,

John

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram